Het verhaal speelt zich af in een klein burgerlijk parochietje, omstreeks de jaren 1856.

Ze komen uit een hongerperiode, maar de koster doet gewoon verder met zijn alledaagse dingen. Zijn meid Rosalie geeft les aan de kinderen van het dorp. De verzorging van kerk en kapel doet ze samen met de nonnen.

Maar op een dag komt er een einde aan de loopbaan van Rosalie als lesgeefster. Via een brief heeft de schoolopzichter aan de burgemeester gemeld dat er in de school een leerkracht moet komen die in het bezit is van een diploma.

Dat er nu in het dorp geroddeld wordt staat als een paal boven water. De winkelierster Mathilde weet van geen ophouden en Rosalie doet hetzelfde …

Alle trucjes zijn geldig opdat Rosalie haar baan niet zou verliezen. Zelfs de smerigste roddels gaat ze niet uit de weg.

Zal Rosalie door al dat geroddel haar baan als lesgeefster terug krijgen of komt er nu echt iemand met een diploma?